Bisschop Meinwerk van Paderborn schenkt in 1031 aan het
door hem gestichte Benedictijner klooster Abdinkhof vele bezittingen, o.a.
gelegen in Putten en Nijkerk.
De Veluwse bezittingen werden onder een beheerder
geplaatst,die zetelde op de "hof" te Putten. Later leverde deze vooral
boter, kaas en vis aan Paderborn en werd "cellerarius" of kelner génoemd.
Zijn woning te Putten heette de kelnarij.
Personen en goederen waren "hofhorig"
(o.a. het "hofhorige goet Huijssteen in den ampt van
Nijkerk gelegen").
In 1457 is er een accoord tussen Arnold, hertog van
Gelre,en de abt van Paderborn, waarbij de eerste zekere rechten kreeg. Later,
vooral na de reformatie,kreeg het Hof van Gelderland steeds meer invloed op de
kelnarij, maar R.K. kelners behielden het beheer tot aan 1802, toen het klooster
werd gesaeculariseerd.
In 1810, na de Bataafse Republiek werd de kelnarij tot
kroondomein.
Het archief berust in het Staatsarchief te Münster
(Archiv Kloster Abdinghof). Sinds 1880 bezit het Rijksarchief in Gelderland, in
Arnhem, een en ander van de kelnarij.
Een catalogus der stukken werd in 1713-14 door de kelner
Liborius Molitor samengesteld.
In Arnhem berusten verder fotocopieën van het Münsterse
archief. Opnieuw werd in 1952 gecatalogiseerd.
(Het bovenstaande is ontleend aan : B.H. Slicher van Bath
"Het Archief van de kelnarij van Putten", uitgave Rijksarchief
in Gelderland (O.K.& W.),1952.) Behalve dit archief zijn als bronnen
gebruikt de kerkelijke doop- en trouwgegevens van Gelderland, die wat betreft
Nijkerk sinds 1593,helaas met onderbrekingen, werden bijgehouden en die eveneens
in het Rijksarchief te Arnhem berusten.
Wat Amsterdam betreft worden deze gegevens bewaard in het
Gemeente Archief aldaar.
Vanaf de instelling van de Burgerlijke Stand, in 1811,
zijn geboorte-,trouw- en sterfte-data voor Noord-Holland te vinden in het
Rijksarchief te Haarlem, maar de gegevens na 1682 bevinden zich grotendeels nog
bij de Burgerlijke Stand zelf en slechts tegen een aanmerkelijke vergoeding zijn
daarvan volledige afschriften te krijgen, zodat wat de laatste decennia betreft
volledigheid niet is bereikt.
Bovendien treedt na 1880 een grote verspreiding naar
andere gemeenten op, wat eveneens een oorzaak is van onvolledigheid.
Veel wezenlijks zal echter niet buiten beschouwing zijn
gebleven.
(N.B.
In het volgende betekent:
*
geboren
.
gedoopt
X
ondertrouwd of gehuwd,
†
gestorven of begraven
?
vermoedelijk
z.
zoon
d.
dochter
Voor het eerst komt de naam voor in "Fregmente eines
Auszüges von eine Abschrift aus einem alten Register 1439- 1629" (Archiv Münster
No-434),
onder het hoofd :
"Consignatio der hofthoriges gurderen en Landes de
Abdustas Paderborn",
infra
scripti solverunt cormedam su-tim Henrico Brunis
(Brinen
?) officiato Abbatis et Conventij Vionasterii
Sancti
Petri et Pauli -Pad.- et collecta sunt per me Ao. 1406
1459.
Walleke's wijf to Huijsstede
Waliche
van Huijstede
1485
filius Goerdt van Huijstede
1489
Walike van Huijstede
1505
Henriek van Huijstede
Deze jaartallen zijn zeer waarschijnlijk sterfjaren,
waarin de keurmede (cormeda), het door de "hofhorige" bezitter aan de
eigenaar verschuldigde,
-een middeleeuwse vorm van pacht- werd voldaan.
In 1526 bezit, bij een veetelling, Andries van Huijsstede:
4 paarden,8 koeien, 8 kalveren, 50 schapen, 1 varken en 2
veulens.
(mededeling van C. Ruitenbeek, landbouwer te Nijkerk,
1959. Bron ?)
De naam komt later in vele varianten voor : van
Huys(s)tede, van Huissteen, enz.,
soms voor een en dezelfde persoon;
fixatie van de naam vond pas plaats bij de instelling van
de Burgerlijke Stand, in het begin van de 19de eeuw.
De tegenwoordige boerderij,die nog steeds de Huissteen, of
Huistede,wordt genoemden als een van de oudste in de omgeving geldt, ligt in de
buurtschap Mullenhoven (vroeger ook Wullenhoe of Wallenho -Walike's hoeve ?-
genoemd) onder Nijkerk, op de oosthelling van de Gelderse vallei,
Bloemendaalsewe 11. Het tegenwoordige huis, gebouwd in 1811, wordt thans (1960)
bewoond door de Heer Woudenberg, als pachter. Het bedrijf, vooral vee, ook
bouwland, omvat volgens Woudenberg 26 morgen.
In 1667 "Erf en goed Huissteen groot 21 morgen (18
HECTARE.)is eigendom van Evert van Moorselen",.
A.
Reyner, † 1576,?-* ca. 1525 en X Greta in 1546.
zie blz.5
B.
Brant,?,eveneens
?* ca. 1525 blz
6
C.
Gerrit Rengers (Renger=Reyner) ?* ca. 1550
blz 6
D.
Renger,?,
?* ca. 1555
blz 5
E.
Wolteker,
?* ca. 1565
blz 7
F.
Arich of Aris (=Andries),
?* ca. 1570
blz
8
A.
en later F. bezaten in ieder geva1 het goed.
(zie
overzicht blz 15.)
Behalve
de nu nog in Zuid-Afrika levende nakomelingen van B. (zie blz.10)stammen alle
van Huijsteels die in de twee laatste eeuwen werden geboren zeer waarschijnlijk
af van A.via D. Nakomelingen van C.,E.en F.zijn n'a 1700 niet meer aan te tonen.
Allereerst
volgt nu de tekst van een aantal documenten, gedeeltelijk met vertaling
(blz-2/5).
Vervolgens
een overzicht van de nakomelingen van A. t/m. P.tot ca.1650
Daarna
een opsomming van de achtereenvolgende bezitters van het "erf en goed”,
zoals die uit deze, gegevens is af te leiden (blz. 8)
Tenslotte worden de verschillende "aftakkingen"
sinds 1600, hoofdzakelijk in de vorm van geslachtslijsten, meegedeeld (zie blz.9
e.v.)
1e. (Archiv
NO-434,fol. 99a).
Ao.1576. Neoclesia.Obiit Reyner van Huijstede, sed vivus
emit cormeda sua et uxoris suae quae (?)etiamnum (?) vivit a p.
Andrea Leisborn (?) antecesser meo Act-15.3.1562 huius
(?)vide syngraphen ipsig p.andrea.
(Ao.1576. Nijkerk. Gestorven Reyner van Huijstede,die
tijdens zijn leven zijn keurmede (af-)kocht en die van zijn vrouw, die nu nog
leeft bij (haar vader ?) Andreas Leisborn genoemd in mijn voorgaande acte
15.3.1562, zie acte.. (p.=pater ?).
(id.fol.lllb.).
1582. Obiit Nijkerk Gerritgen uxor Gerrit van
Huyssteen,soror Alheit Hendricus Berts (?) pre scriptae Nota eadem Alheit habet
ad (?) sorore superstiten.
(1582. Gestorven in Nijkerk Gerritgen vrouw van Gerrit van
Huyssteen,zuster Aleid (H.B.?)..genoemde Alheit heeft nog overlevende zusters.)
2e. (Archief
Kelnarij No.211).
"Oprukkingsbrief voor het volschuldig hofhorig
abtsgoed Huissteen 1690- met retro-acta 1614-1667- in omslag".
Behalve de zeer uitvoerige en bijna onleesbare acten,
bevat deze omslag ook een losse recapitulatie van later hand.
(Frederik Collert,getrouwd met de dochter van de overleden
Arris, betaalde als keurmede voor gezegde Andries 15 g.zoals overeengekomen
Ao.1618).
14.4.1668.Goers van Thiel en Elbert van Morselaar
solverunt pro cormeda Evert van Morselaer possessoris van 't goet Huysstede ex
graa 50 Sgl Pro Coquina 4 Rtfr.
Vol.1.
Vollmacht van Gerrit Collert en Bije Woltersen -etc.- van de erffschaft
van Haare respective vader en Schoon- vaader Wolter Gerritsen Collert
naagelaaten en in specie van des abbts goet.1614.
Vol.2.
Bijetgen Wolters en Gerrit Collert versoecken van 't hoff dat in
manquement van.betaaling van 3202 gulden de welcke freriek Collert schuldig moge
declareert worden het Abbtsgoet huijstede excutabel te syn,en word hiertoe de
kelnaer joannes eloekman verschreven ant hoff.1632.
Vol.3.
over de executie over het Abbtsgoet huystede 1634.
Vol.4.
Frederick Collert pantkeering gedaen hebbende word van Gerrit Collert ten
hofe geasteert om reden te geven van de Pantkeering en word hiertoe oock de
kelner joannes clockman verschreeven.1635.
Vol.5.
Specificatie van Ackeren landerijen en andere perceelen behoorende under
het Goet huijsteede - belopende ad 21 morgen en is van wegen deese quantitek het
geld voor de oprukung vermeerdert en verhoogert. 1667.
3e.
(Archief Kelnarij No.268).
Meer
licht verschaft een uitvoerig "Register van hofhorige en volschuldige
abtsgoederen van de hof te Putten van 1732-1811", onder het hoofd
Huysstede. Hoffhoorigh 4 ggl.
Cum
juribus litterarum 21-12-9.
Possedit
quondam Reyner van Huysstede cum uxore Greta Reyner sese mancipavit et uxor post
puerperium sese mancipaturam promisit in judicio curiali anno 1546 quae
promissio acceptata est cum conditione, ut si in puerperio moreretur non modo
cormeda solveretur sed et proles superstes sit mancipi : Greta post puerperium
sese mancipavit,et utriusque cormeda redempta est,lege lib.Lunae fol-59 huius
rei litteras in transumpto novo fol.159.
(Vertaling -zover nodig- :
Vroeger bezat Reyner van Huysstede dit (nl.het goed) met
zijn vrouw Greta. Reyner heeft zich vrij gemaakt en zijn vrouw beloofde voor het
gerechtshof Ao-1546 (hun huwelijksjaar ?) zich na een bevalling te zullen vrij
maken, welke belofte aanvaard is op voorwaarde, dat als zij in het kraambed zou
sterven de keur- mede niet alleen afgekocht zou zijn,maar dat ook de overlevende
kinderen tot de (af-)koop zouden behoren (vrij gemaakt zouden zijn). Greta heeft
na de bevalling zich vrij gekocht en de keur- mede van beide is afgelost.
AO-1598 bezat Arries of Andreas van Huysstede dit goed met
zijn vrouw Bia,die nadat de misbruiken waren bijgelegd (de alteratie van
R.K.naar Protestant?) bekleed is en uitstel heeft aanvaard gekregen.
Ao.1611 kreeg Andreas van Huysstede een nieuw uitstel voor
6 jaar,hetgeen hernieuwd is in 1618 voor 6 jaar.Voorzegde Andrees stierf en 15
florijnen die voor de keurmede waren vastgesteld zijn Ao.1620 betaald door de
man van zijn dochter. Ao.IC25@be@zat Geertien van Huysstede dit goed die in
hetzelfde jaar een verlenging van 5 jaar heeft gekregen met haar man Frederie
Collert,riaar wanneer Geertjen is bekleed is niet te vinden. AO-1630 is het
uitstel voor dezelfde verleend voor 6 jaar. Ao.1631 hebben voorzegde echtelieden
dit goed verpand aan haar zuster Rijcker van Huysstede.
. Ao.1635 hebben voorgenoemde echtelieden uit dit goed
verpand (het gedeelte ?)de Iegehorst voor 1129-12-0.maar anno 1646 ingelost.
Ao.1636 sterft genoemde en Ao-1638 15 Febr.is de keurmede voldaan met 40 gl.
Ao.1637 is met,dit goed beleend Otgen Collers door Rolof
Steenbergen,"haeren gekoren momberll,en uitstel is verleend tot
ult.Sept.1642 en verlengd tot ult.Sept.1648,dat verlengd is anno 1649 voor Otgen
en haar man Evert van Morseler tot ult. Sept.1 54-In 1654 is deze
Ilc>proekonge" geprolongeerd.Genoemde Evert met zijn vrouw accepteerde
nieuw uitstel tot ult.Sept. 1666.Item verlengd tot ult.Sept.1672. Ao.1668,14
April is de keurmede voldaan door Evert Morseler met 50 gl en 2-10-0.
4e. Heerenguldens@oek
(de belastingen) van Nijkerk, 1792-1811. blz.40,"Wullenhoevel, : modo
Peel Wullefsen 1806 Peel Beek Advocaat 1776 Johannes Beek 1760 Peel
Jansen Beek 1711 Evert van Moorseler modo
de kinderen van Fredrik Collert -Otgen,Wolter- bevoren Aris van Huysteen
voor hen Reyner van Huysteen van 't goed Huysteen
6 1/3 g gln.
5e. Tenslotte
bevatte het maandblad "Gens Nostrall van Januari 1957,het volgende anonieme
stukje "Van Huyssteen. Eene familie van dezen naam,ook voorkomende als van
Huijsteen,met 3 vergezelde lelies als wapen woonde in de 18de eeuw te Nijkerk,en
in het Protocol van den Ampte van Nijkerk gedeelte Wallenhoeff in het Archief
van de Veluwe wordt op folio 20 verso vermeld,dat Jan Henricksz en zijne vrouw
Elbertjen Peelen 12.2.1694 het erf en goed "Huissteen" in Wallenhoe
kochten.
En in de Resolutiën met bijlagen van het Hof van
Gelderland van Oetober 1808 wordt vermeld,dat Peel Wulfertsen van Huijsteen
21.10.1808 woonde op zijn erf Huijsteen genaamd in het ambt Nijkerk".
Vermoedelijk is deze mededeling ingezonden door de Heer F. Kragt Hzn.,
oud-onderwijzer en plaatselijk historicus te Nijkerk, in 1960 ca.80 jaar oud.
Voor het wapen zie blz-13. Indien niet anders
vermeld zijn de volgende data Nijkerkse gegevens.
Betreffende A.en D. "Reyner" (zie blz.2)
X 23.11.1606 Wouter Rengers- Renger van Huijsstee sone
X
Maesgen Hendriks- Henriek van Tinteler dg.van Putten
(Bij
ondertrouw te Putten genoemd Wouter Rengertse X Maesien Henrixe).
Deze Wouter Rengers is
aantoonbaar de directe voorvader van het tegenwoordige geslacht van Huijstee.
Het is mogelijk, dat hij een zoon is van Reyner,? X Greta,t 1576 (A.).
Waarschijnlijker is hij een kleinzoon; van zijn vader
Renger,die dan geboren zou moeten zijn ca. 1555,en getrouwd ca.1580 (D.) is
echter niets bekend.
Het is ook mogelijk,dat D.= C. en dat Wouter Rengers de
jongste zoon is van Gerrit Rengers, maar dan de enige zoon die niet als tweede
voornaam "Gerrits" kreeg. (Zie blz.6/7).
Voor de nakomelingen van Wouter
Rengers zie blz.12.